De puberjongen hangt onderuit gezakt in de treinbank. Zijn lange dunne benen steken onhandig onder de bank tegenover hem. Om de paar seconden trekt hij met zijn rechterhand het prullenbakje een klein stukje open en laat dan weer los.
Nog geen uur geleden hing hij met zijn lijf in zijn eenpersoonsbed, telefoon in z’n linkerhand. Gordijnen dicht, kleverige boxershorts en vuile sokken op de grond.
Nu zit hij met z’n moeder in de trein. Een middagje samen op stap. Omdat het vakantie is.
Hè gezellig.