Er zitten twee jongens achter me in de trein. Een van de twee moet volgende week voorkomen bij de rechtbank.
Wat hij heeft uitgespookt wordt niet duidelijk, maar over z’n schuld lijkt weinig twijfel. Hij gaat er zelf vanuit dat hij 5 maanden moet zitten.
Zijn vriend ziet wel de voordelen in van de celstraf.
“5 maanden alleen maar pompen, jongen. Kom je precies in de zomer vrij, klaar voor de chickies.”