Ik heb net een week vakantie doorgebracht met mijn ouders. Dat klinkt wellicht niet zo vreemd, maar dat is het wel. 12 jaar geleden was ik voor het laatst met mijn ouders op vakantie. Toen moest ik mee, dit keer ging ik – met frisse tegenzin – uit eigen vrije wil. Mijn ouders zijn 35 jaar getrouwd en hadden mij en mijn broer uitgenodigd. Zoiets weiger je niet. Mijn broer overigens wel, maar dat is een verhaal op zich.
Ik weigerde dus niet en zat een week lang met mijn ouders in een gîte in Frankrijk. Een hele week alleen met mijn ouders. Een mooie gîte, dat wel. Met een zwembad en uitzicht rondom over de Bourgondische campagne. Een prachtige omgeving, rust en ruimte te over. Ik denk met opzet – de ideale plek om elkaar opnieuw te leren kennen, om een ‘goed gesprek’ te hebben. Eng idee voor een jong volwassene die vooral bezig is met zijn eigen ik. Beelden van de kritische blik van mijn ouders tegenover me aan tafel schoten door mijn hoofd. Met frisse tegenzin dus…
We hebben weinig gedaan die week. Een kort bezoek aan twee steden en een aantal wijnhuizen. Er stond helemaal geen druk op de vakantie. Mijn ouders lieten mij vrij in mijn doen en laten. Tot mijn eigen verbazing kon ik daardoor voor het eerst onbelemmerd mee in hun ideeën en activiteiten. Wie is er dan volwassener geworden vraag ik me af… mijn ouders of ik? Geen idee, maar het heeft geholpen. Ik heb een heerlijke week achter de rug. Een week waarin we elkaar voor het eerst echt beter hebben leren kennen. Niet doordat we de hele week met elkaar op de bank hebben gesproken over wat ons nou beweegt in het leven. Maar door de vrijheid die we elkaar gegund hebben. Dat zorgde voor een gevoel van vertrouwdheid. En vertrouwdheid (of vertouwen) is een minimale voorwaarde om iemand anders echt te leren kennen. Het is misschien ook wel een voldoende voorwaarde.
Want is het niet zo dat een vertrouwd gevoel ervoor zorgt dat mensen zich gedragen zoals ze zijn? En leer je mensen niet het best kennen als ze in normale doen zijn? Daar zijn geen praatsessies voor nodig. Dat gaat vanzelf.
En die vrijheid om te doen en te laten heb ik nooit eerder zo meegemaakt als deze ene week.
Ik ga mijn broer bellen.
(2003)