Campingnachten

Ik ga naar een festival, dus ik heb een festivaltentje gekocht. De kleinste en goedkoopste die ze hebben. Voor het geval ik achteraf besluit dat ik kamperen nog steeds niet echt leuk vind.

Ik ben niet zo van de campings. Dat gehannes met haringen en scheerlijnen. En als het regent zit je daar, in je semi-waterdichte voortent. Als je die al hebt.

De laatste keer dat ik gekampeerd heb is zo’n twintig jaar geleden – toen het allemaal nog niet uitmaakte. In een kant-en-klaar-tent op een jongerencamping in Blanes. Daar regent het niet.

Ik zet mijn festivaltentje op de twee vierkante meter vrije ruimte die de festivalcamping nog rijk is. Aan meer zijden dan mijn tent heeft, sta ik ingeklemd tussen veel indrukwekkender tenten. Gezellig.

Op de camping

Maar het echte feest op de camping begint ’s nachts. Als ik lekker onder een licht vochtige slaapzak op een lek luchtbed lig.

Festivalcampinggasten zijn overduidelijk nachtmensen.

Het feest begint met de campinglokroep. Daarmee laten groepen campinggasten over grote afstand aan een andere groep weten dat ze paringsbereid zijn. In dit geval is er een sterke wederzijdse aantrekkingskracht. Een luid en duidelijk ‘hoeren! hoeren!’ wordt door de andere kant van de camping netjes met een even luid en duidelijk ‘hoeren! hoeren!’ beantwoord. A match made in heaven.

Een jongen direct naast mijn tent heeft een heel eigen lokroep ontwikkeld. Minder succesvol. Hij krijgt zijn laatste Jupilertje maar met moeite uit z’n systeem. Het is een onmenselijk geluid. En het duurt onmenselijk lang. Ik maak me bijna zorgen. Net niet genoeg om mijn kleffe slaapzak te verruilen voor de modder en regen.

‘Floooooooooorrrrrrrrrrrrrtjuh! Floooooooooorrrrrrrrrrrrrtjuh! Niet ooooooooverrrrrrr het zeiheil! Die is van mijn moooeeeederrrrr! Floooooo…’

Ik word badend in het zweet wakker. De zon heeft besloten te gaan schijnen en verandert mijn tent binnen een minuut in een plastic sauna. Ik druip. Mijn slaapzak is aan mijn kont vastgesmolten. Ik wil maar een ding. Eruit. Ik grijp naar mijn kleren. In horizontale positie wurm ik mijn plakkerige benen in mijn klamme spijkerbroek. Ik rits de tent open. Eindelijk… frisse lucht!

Mijn bevrijdende ‘aaahhh’ wordt direct beantwoord met een gezellig Vlaams ‘goedemorgen’. Ik steek mijn slaperige hoofd onder het tentzeil naar buiten…

Uitzicht uit mijn tent op de festivalcamping

‘Ook goedemorgen.’
En ik laat mezelf weer achterover vallen. Binnen is het zo gek nog niet.

2 reacties Voeg uw reactie toe

  1. ilco schreef:

    Leuk! K heb nu al weer zin in camperen (in Blanes)

  2. Miriam schreef:

    Goed begeleidend fotomateriaal ook!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s