De buurman blaast het opblaasbad op. Voor z’n twee dochtertjes. Ik hoor hem zuchten en steunen. Het is warm. En het gaat moeizaam. Z’n dochters jengelen vol ongeduld.
Ik hoor water lopen. De lucht zit erin, nu het water nog.
De buurman heeft geen tuinslang. Ouderwets emmertjeswerk. Het zuchten en steunen zwelt aan. Het gejengel van zijn dochters ook.
Eindelijk zit het bad vol. De buurman zakt vermoeid maar tevreden in zijn tuinstoel. De meisjes springen in bad. Het gejengel slaat om in vrolijk gekrijs. De zomerpret is begonnen!
Voor heel even…
“Papa… ik heb een drol gedaan.”