6 weken – Bossche bollen

Ik neem Bossche bollen mee voor bij de thee. Als ik binnenkom krijg ik een hele stevige knuffel. Overdreven uitbundig.

“Morgen moet ik naar de dominee.”
– “De dokter bedoel je, mam.”

Ze moet blijven. Afdeling G, kamer 2. Ze zeggen dat het een continue epileptische stoornis is. Kortsluiting in haar hoofd.

“Daar vliegt mijn gehaktbal!”

Na de gehaktbal is het aardbeienkwark. 250 ml uit Duitsland. Die vliegt niet. Ik voer het mijn moeder lepel voor lepel. De gewoonste zaak van de wereld. Ze eet alles op.

Ik kom aan haar bed staan. Haar ogen verwijden zich tergend langzaam. Real time slow motion. Verlamd door de anti-epileptica. Onder haar zware oogleden door kijkt ze me aan. “Bossche bollen”, zegt ze dat nou?

“Jeuk!”

Met een grote glimlach zit ze in haar neus. En dan vallen haar ogen weer weg.

“Dahaag, dahaag.”

Één reactie Voeg uw reactie toe

  1. Jan schreef:

    Guido, wat een mooi en ontroerend stukje heb je geschreven. Dat haalt weer veel herinneringen op aan die zware tijd van bijna vijf jaar terug. Ik had na zaterdag ook weer van de flashbacks.

Geef een reactie op Jan Reactie annuleren